Zeeuwse scholen beginnen een driejarige proef om het onderwijs met digitale middelen te verbeteren.

Ze krijgen daarvoor 1,2 miljoen euro van het ministerie van Onderwijs.

Het doel van het project Zeeland Centraal is om de bevolkingskrimp het hoofd te bieden. Nu er steeds minder leerlingen zijn, wordt het moeilijker om in Zeeland goed onderwijs te houden. Digitale hulpmiddelen kunnen een oplossing zijn en ze maken het onderwijs aantrekkelijker.

University College Roosevelt, de HZ, mbo-scholen Scalda, Hoornbeeck College en Edudelta doen de komende drie jaar, samen met de Zeeuwse Bibliotheek en onderzoeksinstituut Scoop, verschillende projecten. Het is de bedoeling dat scholen in andere krimpregio's de projecten overnemen.

Scalda en Edudelta gaan gezamenlijk videolessen verzorgen. "Technieklessen van Scalda in Vlissingen zijn dan op afstand te volgen door de agrarische leerlingen in Goes", legt projectleider Maartje Meijers van Scalda uit. "Leerlingen krijgen zo de mogelijkheid om een extra diploma te halen."

Sportopleiding Cios in Goes zal stagiaires begeleiden via sociale media. "Soms kun je niet naar studenten toe, omdat ze in het buitenland zitten. Studenten en docenten houden contact door bijvoorbeeld filmpjes te plaatsen in een gesloten groep op Facebook, of een ander medium." In het volwassenenonderwijs van Scalda en de HZ wordt geëxperimenteerd met digitaal lesmateriaal. Via video- of audiofragmenten kunnen studenten voor de les al theorie doornemen. "Ze komen al met kennis naar school. In de les worden problemen besproken, met de theorie op de achtergrond. Zo worden lessen aantrekkelijker en docenten worden effectiever ingezet", legt projectleider Kees Bal van de HZ uit. Nog een voordeel: de lesstof is altijd terug te halen.

De scholen willen ook een digitaal kennis- en informatieplatform opzetten. Bal: "Er is heel veel kennis in de regio, maar die is niet altijd vindbaar. We willen de kennis op dit platform bij elkaar brengen en beschikbaar maken voor studenten, bedrijven en onderzoeksinstituten."

Als eerste wordt de kennis over water samengebracht. "De mensen van Rijkswaterstaat weten bijvoorbeeld heel veel over dijken. Maar die kennis zit vooral in de hoofden van die mensen. We willen dit naar het platform brengen, zodat alle experts kennis bij de hand hebben. Dit wordt gebruikt in de lessen. Ontbreekt er kennis, dan kan er verder onderzoek gedaan worden."

Bron: PZC