Door het coronavirus gingen de scholen dicht en volgen leerlingen afstandsonderwijs vanuit huis. Inmiddels zijn we zo’n acht weken verder en zijn de basisscholen net weer open, maar de middelbare scholen blijven nog dicht. Hoe denken ouders en leraren nu over leren op afstand? Wat zijn de positieve en negatieve kanten? In dit artikel lees je hoe afstandsonderwijs in de praktijk wordt ervaren. Ook geven we tips om de sociale interactie te bevorderen.

Door: Anne van Gastel-Firet | Onderwijs van Morgen.

Op maandag 16 maart sloten de scholen in Nederland hun deuren. Leraren moesten afstandsonderwijs verzorgen en ouders werden, in veel gevallen naast hun eigen werk, in één klap gebombardeerd tot ‘leraar aan huis’. Zelf heb ik een peuter en een kleuter, dus voor ons nog geen onderwijs via Microsoft Teams of Google Classroom. Wel ben ik benieuwd hoe andere ouders het afstandsonderwijs in de praktijk hebben ervaren. En hoe zit het met de leraren? Gelukkig zijn daarover enquêtes gehouden onder leraren en ouders.

Online leren op afstand

Bijna alle basisschoolleraren (94 procent) hebben afstandsonderwijs verzorgd in de afgelopen weken. De meeste (89 procent) lieten hun leerlingen werken met online software en 64 procent liet leerlingen of hun ouders lespakketten ophalen op school. Een op de zeven leraren bracht dat lesmateriaal zelf naar het huisadres van leerlingen. Dit blijkt een recente enquête van DUO Onderwijsonderzoek & Advies en Didactief onder 606 leraren uit het basisonderwijs.

Bekijk hier het volledige artikel.