De wereld digitaliseert. De tech industrie is hiring. Wie baangarantie zoekt, kan maar beter iets in de IT-richting gaan studeren. Toch speelt het Nederlandse onderwijs nog nauwelijks in op deze trend. Ook in Amsterdam –Europese hoofdstad van innovatie én thuisbasis van talloze start-ups en gevestigde tech bedrijven – hebben scholen nog geen idee hoe ze hun leerlingen voorbereiden op de sterk veranderende arbeidsmarkt en de 21st century skills die daarbij horen. Daarom gaat internetonderneming Uber in samenwerking met Amsterdam Cares in 2017  codeerlessen op een basisschool in Amsterdam Zuid-Oost aanbieden. Wat zegt dat over het Nederlandse onderwijs? Dat wordt vermeld op www.stedenintransitie.nl

Het internationale hoofdkantoor van Uber bevindt zich in Amsterdam. Met internationale groep van 350 medewerkers, wordt hard gewerkt aan het verbeteren van de online services. Ook Uber merkt dat het aanbod op de arbeidsmarkt niet aansluit op de alsmaar groeiende vraag naar IT-talent. En als je geen geschikt personeel kunt vinden, dan moet je die maar zelf opleiden. Uber besluit om bij de jongste generatie van potentiële techies te beginnen.

De lessen zullen gegeven worden door de Uber programmeurs zelf. Terwijl de voorbereidingen voor het project nog gaande zijn, laat Uber al weten dat er bij de engineers enorme interesse is. Ongeveer 80% van de werknemers komt uit het buitenland. Omdat deze expats vaak moeite hebben een band met de stad te ontwikkelen, willen ze zich dolgraag beter wortelen in de stad door op deze manier iets terug te geven. Ook Amsterdamse basisscholen staan te springen om mee te doen. Logisch – veel scholen willen leerlingen graag zo vroeg mogelijk al interesseren voor nieuwe technologie maar erg weinig scholen hebben de middelen en de expertise die daarvoor nodig zijn. Hulp is meer dan welkom.

Wat is het beoogde effect van deze actie? Natuurlijk zal het project Uber niet direct helpen om hun vacatures te vullen. Het gaat om niet meer dan vier lesdagen per jaar op één basisschool in Amsterdam Zuid-Oost. Toch is het voor het bedrijf belangrijk om het signaal af te geven dat de wereld verandert en dat er dringend behoefte is aan nieuwe vaardigheden. Uber hoopt op deze manier meer bewustzijn te creëren voor het feit dat technologisch onderwijs hopeloos achterloopt.

Belangrijker nog dan de vraag wat dit project op gaat leveren, is de vraag waarom het nodig is. Het onderwijs in Nederland is en blijft in principe een verantwoordelijkheid van de staat. Is het dan niet gek dat scholen afhankelijk zijn van de welwillendheid van bedrijven om de hoognodige codeerlessen aan te kunnen bieden? Daar lijkt iets mis te gaan. De verwarring heeft wellicht iets te maken met Uber’s Amerikaanse roots. Veel meer dan in Nederland, is het in de VS gebruikelijk dat grote bedrijven maatschappelijke verantwoordelijkheid uitdragen. Amsterdam Cares werkt dan ook veel samen met van oorsprong Amerikaanse bedrijven.

Maatschappelijke betrokkenheid in het bedrijfsleven, dat is in zichzelf een mooi principe – maar het is wel een principe dat ontstaat vanuit een bepaalde noodzaak. De trend kan nu twee kanten op gaan. Ofwel de overheid gaat een hoop geld steken in technologisch onderwijs, ofwel het bedrijfsleven gaat zich, op het Amerikaanse model geïnspireerd, genoodzaakt zien substantiële bijdrages te leveren aan het opleiden van hun eigen arbeidskrachten. Wat in ieder geval vast staat, is dat het onderwijs aan vernieuwing toe is. Want in de toekomst van het (basis)onderwijs is digitale geletterdheid misschien wel net zo belangrijk als taal en rekenen.

Meer info, klik hier.