Als we de komende tien jaar net zoveel stappen op het gebied van digitalisering willen maken als we het afgelopen decennium al gedaan hebben, dan moeten we blijven innoveren. En waar kunnen we dan beter beginnen dan bij de basis: de jeugd? Microsoft zet zich in voor innovatie in het onderwijs. Bijvoorbeeld door kinderen te leren programmeren. Of door software gratis beschikbaar te stellen aan leerlingen en docenten. Het Guido de Brès in Amersfoort is zo’n school die beseft dat ICT een essentiële plaats in het onderwijs nodig heeft. Die leerlingen 21st-Century Skills bijbrengt om ze nog beter voor te bereiden op de digitale toekomst die voor ze ligt. 

Laagdrempelig

Guido de Brès is een moderne scholengemeenschap. ICT-oplossingen ondersteunen de persoonlijke aanpak die de school hanteert. Een voorbeeld is het gebruik van smartphones en tablets voor interactieve lesactiviteiten. Met Kahoot – een online tool – maken docenten bijvoorbeeld een kennisquiz. Op hun mobiele device kiezen de leerlingen het juiste antwoord op de klassikaal gestelde vraag. Na afloop vergelijkt de docent de scores en ziet hij of zij wat voor iedere leerling de sterke en zwakke kanten zijn bij het geteste onderwerp. Niet alleen de leerlingen hebben dus bepaalde ICT-vaardigheden nodig, ook de docent moet blijven werken aan zijn of haar 21st-Century Skills. Denk aan virtueel samenwerken, ICT-geletterdheid, communiceren, probleemoplossend vermogen en kritisch denken. Zo maakt de leraar Aardrijkskunde gebruik van Google Maps om bepaalde plekken op aarde aan te wijzen, in plaats van de bekende gestencilde A4’tjes.

Uitgangspunt bij al het gebruik van ICT is dan ook, dat het laagdrempelig moet zijn. Zo schrijft de school niet bepaalde hardware voor, maar zijn leerlingen vrij om te kiezen van welk device ze gebruik maken. Welke keuze ze ook maken, allemaal werken ze met het platformonafhankelijke Office 365 ProPlus. Handig: met deze editie van de cloudoplossing hebben ze de mogelijkheid om applicaties te installeren op meerdere devices: maar liefst vijf pc’s of Macs én vijf tablets (of dat nu Windows-tablets zijn, of iPads of Android-apparaten). Zo hebben ze hun documenten dus altijd bij de hand.

Spelenderwijs leren

De applicaties die het meest gebruikt worden? Dat zijn OneDrive, Word, PowerPoint en OneNote. De leerlingen leveren hun digitale werkzaamheden in via OneDrive. Daarbinnen hebben ze hun eigen omgeving die niet toegankelijk is voor hun medeleerlingen. De docenten kunnen wel bij alle OneDrives, mits ze correct zijn gedeeld. Op deze manier maken de leerlingen spelenderwijs kennis met de mogelijkheden van de verschillende programma’s. En meteen ook van de opties van de cloud. Allereerst om bestanden met elkaar te delen, maar ze leren zo ook wat het nut is van krachtige back-upmogelijkheden. Want er kán natuurlijk iets misgaan met de hardware die ze gebruiken. Als het apparaat dan gereset wordt, heeft de leerling gewoon weer toegang tot al zijn of haar materiaal. Overigens pakken de leerlingen het gebruik heel snel op. De eersteklassers werken al vanaf het begin meteen via hun Guido de Brès-account online in Office 365 ProPlus. Ouderejaars willen daarnaast ook nog wel eens hun persoonlijke account gebruiken. Dan lopen de zaken een beetje door elkaar. Maar ook dit is weer een leermoment, want zo ervaren ze hoe om te gaan met dit soort uitdagingen.

Kortom, het Guido de Brès is wat mij betreft een schoolvoorbeeld van hoe ICT geen doel op zich is, maar anno 2015 een essentiële rol in het onderwijs verdient.