Dankzij technologische ontwikkelingen zoals internet, e-learning en tablets zijn er voor opleiders steeds meer mogelijkheden om informatie doelmatig en persoonsgericht aan te bieden. Nieuwe methoden van onderwijs op school staan volop in de belangstelling. Behalve nieuwe mogelijkheden brengen technologische ontwikkelingen echter soms ook de nodige problemen mee in het klaslokaal. Zo was de opkomst van de mobiele telefoon bijvoorbeeld een storende factor om de aandacht van toch al weinig gemotiveerde kinderen bij de les te houden. Het is zelfs van grote invloed op ons taalgebruik. Op veel scholen is daarom besloten om de mobiele telefoon uit de leslokalen te weren. De mobiele telefoon werd vooral gezien als een onwelkome afleiding.

Het slimme mobieltje

Nadat de eerste iPhone in 2007 op de markt verscheen en de smartphone in rap tempo de wereld veroverde, werd het steeds moeilijker om dit beleid te handhaven. Veel middelbare scholieren beschikken niet eens meer over een papieren agenda. Roosters en huiswerk worden tegenwoordig op de bijvoorbeeld een iPhone 5S opgeslagen. Met de juiste apps dient de smartphone als hulpmiddel en als bron van informatie die op internet te vinden is. Evenzeer is de smartphone echter nog steeds een bron van ongewenste afleiding voor de leerlingen, die massaal verknocht zijn aan sociale media, games en ander beeldschermvermaak.

Gebruik in de klas

Op de meeste middelbare scholen is het gebruik van mobieltjes tijdens de les nog steeds verboden. Toch leeft inmiddels breed het besef dat dit slechts een tijdelijke oplossing is. Wie na de schooltijd op zoek gaat naar een baan ontkomt er niet aan om zich via sociale media als LinkedIn te presenteren aan de wereld. Scholen doen er daarom beter aan om leerlingen hierop voor te bereiden, dan stelselmatig te negeren hoe deze technologie de wereld heeft veranderd. Het belangrijkste probleem is echter dat veel leraren simpelweg niet weten hoe het mobieltje tijdens de les ingezet kan worden.

Gelukkig zijn er steeds meer leraren die zelf vaardig zijn met mobiele technologie en manieren vinden om het gebruik van de smartphone te integreren in het lesprogramma. Omdat dit goed aansluit bij de belevingswereld van de leerlingen leidt dit vaak tot een grotere interesse voor de aangeboden lesstof en betere cijfers. Natuurlijk ligt het gevaar van afleiding op de loer. In Zuid Korea wordt op dit moment op een aantal scholen geëxperimenteerd met speciale software, genaamd iSmartKeeper, die de leraar in staat stelt om precies te bepalen welke apps wel en niet door de leerlingen gebruikt kunnen worden op hun smartphone, zolang ze zich op het terrein van de school bevinden. Het stelt een school in staat om het mobieltje voor nuttige toepassingen te kunnen gebruiken in de les, zonder het gevaar dat leerlingen zich verliezen in andere vormen van afleiding op het mobieltje.

Het oog op de toekomst

Met traditionele vormen van lesgeven is niets mis. Toch kan iedereen om zich heen zien hoe internet, tablets en smartphones de wereld blijvend hebben veranderd. Een kwart van de kinderen tussen 6 en 8 jaar oud beschikt tegenwoordig al over een eigen mobieltje. Tegen de tijd dat ze naar de middelbare school gaan is dat al meer dan 90% van de leerlingen. In plaats van deze technologie te weren uit de klas uit angst voor de gevaren, doen onderwijzers er beter aan de nieuwe mogelijkheden te omarmen. Zorg ervoor dat schoolverlaters goed beslagen ten ijs komen in de volwassen wereld en op de arbeidsmarkt, waarin de omgang met ICT inmiddels tot de basisvaardigheden behoort. De vraag is niet of smartphones thuishoren in het moderne klaslokaal, maar hoe de mogelijkheden van het slimme mobieltje daar het best benut kunnen worden.