ICT hoort thuis in het onderwijs, zo betogen Ton Hermes van softwareleverancier VMware, Paul Heier van partner Fondo en Jacco Heikoop van het Drenthe College. Vanuit het standpunt van VMware en Fondo is een groeiende markt ontstaan door de introductie van virtuele leeromgevingen. Heikoop laat zien dat bij het Drenthe College modern onderwijs alleen kan worden uitgevoerd als de ICT op orde is. ‘Lessen en toetsen vertrouwen op een stabiel netwerk’, aldus Heikoop.

De virtuele leeromgeving die is opgezet bij het Drenthe College is gebaseerd op de VDI-oplossing van VMware. Alles draait daarbij om de vrijheid van de eindgebruiker en de flexibiliteit van het IT-beheer. Sinds vier jaar investeert VMware in deze service en niet zonder succes: sinds anderhalf jaar wordt de oplossing geschaard tussen de leiders in het vakgebied door onderzoekbureaus zoals Gartner en IDC.

Enterprise Mobile Management

Ook partner Fondo, die niet betrokken is geweest bij het Drenthe College, maar andere onderwijsinstellingen helpt met de virtuele werkomgeving, legt de focus op de vrijheid van de eindgebruiker. Paul Heier richt zich daarbij op Enterprise Mobile Management (EMM). ‘Steeds meer werknemers én leerlingen nemen hun eigen mobiele apparaat mee naar school, maar je wilt niet per keer toegang geven tot het eigen netwerk. Tegelijkertijd moet het allemaal wel veilig blijven.’

‘Op scholen lopen de leerlingen met de nieuwste devices in handen. Je wilt dat ze eenvoudig toegang krijgen tot de benodigde data’, vertelt Heier. De schoolorganisatie gaat soms niet zo snel als de leerlingen, maar Heier ziet dat de aversie tegen de cloud langzaam afneemt. Daar komt bij dat ouders de voorkeur hebben voor scholen die innovatief omgaan met ICT. ‘Ze weten dat technologie bij het onderwijs én de maatschappij hoort.’

Html5 versus apps

Het ontwikkelen van een virtuele schoolomgeving op basis van html5, in plaats van operating system gerelateerde apps, heeft de toekomst in het onderwijs, zo vertelt Heier. ‘Je wilt niet voor elke docent of elke student uitleggen hoe iets werkt, je wilt een universele app die gebruikt kan worden op elk apparaat. Daar komt bij dat een generieke app veel minder prijzig is, doordat slechts één omgeving onderhouden hoeft te worden.’

Jacco Heikoop ziet in de praktijk ook de opkomst van html5-omgevingen, omdat onderwijsuitgevers steeds vaker de apps loslaten. Wat een school uiteindelijk kiest, hangt af van de total cost of ownership (TCO), integraties met andere systemen en de eenvoud om de app in gebruik te nemen. Op het Drenthe College is heel duidelijk gekozen om een virtuele schoolomgeving op te zetten die in de browser draait, zo heeft iedereen, ongeacht apparaat en besturingssysteem, toegang.

Stabiel netwerk

Het Drenthe College, een ROC-scholengemeenschap, heeft de technologische ontwikkelingen en de bring your own device (BYOD) trend, sinds vier jaar, volledig omarmt. De leerlingen worden vooral gefaciliteerd door een stabiel netwerk aan te bieden waarmee ze de virtuele schoolomgeving altijd kunnen bereiken. In de hele provincie zijn onder de elfduizend studenten continue zesduizend internetverbindingen actief op het netwerk van het College.

De grote hoeveelheid netwerkverbindingen vereist een flinke investering, vertelt Heikoop: ‘Per access point geeft het College duizend euro uit aan bekabeling en apparatuur. Jaarlijks wordt nog eens 2,5 ton uitgegeven om het netwerk up and running te houden. Dat is het volgens Heikoop helemaal waard. Studenten verwachten nu eenmaal een stabiel netwerk, zeker omdat de lessen en toetsen daar voor een groot gedeelte op vertrouwen.

Facebooken tijdens de les

De studenten hebben toegang tot Facebook, Twitter, YouTube, zelfs tijdens de les. ‘We wilden Facebook en Twitter eerst afschermen. Dat heeft een uur geduurd. Sommige docenten communiceren juist met hun studenten via deze kanalen. Het vereist discipline van de leerlingen, maar je kunt alleen de leswijze verplichten.’ Het Drenthe College heeft wel een snelheidslimiet om het downloaden van filmpjes te ontmoedigen. ‘Een film downloaden kost bij ons een week.’

Het lesmateriaal en toetsen zijn voor een groot gedeelte te vinden in de virtuele schoolomgeving. De keuze voor de VDI-oplossing van VMware is genomen omdat het ondoenlijk was om op elk apparaat dat de student meenam de benodigde programma’s te installeren. Enerzijds om de kosten binnen de perken te houden en anderzijds om de student zelf verantwoordelijk te houden voor zijn apparaat. ‘Als het stuk gaat, dan moet de student zelf de reparatie regelen.’

Mobiele telefoons inleveren voor de les

De virtuele schoolomgeving is niet voor elke docent even eenvoudig en daar zit de grootste bottleneck, wat betreft Heikoop. ‘Sommige docenten zamelen voor de les de mobiele telefoons in. Het is een spanningsveld. Ze hebben het idee dat ze veel meer moeten administreren, omdat ze nu bijvoorbeeld zelf leerlingen moeten afvinken op absentie. Dat moet nog inslijten en elke docent zal zijn eigen werkvorm daarin moeten vinden.’

Het is belangrijk dat de IT-omgeving altijd bereikbaar is en de docent niet belemmerd wordt in zijn vak. ‘Een docent heeft maar 45 minuten om les te geven, dan moet hij niet de eerste tien minuten bezig zijn met het opstarten van het systeem. Ook toetsen en examens moeten altijd afgenomen kunnen worden. Dan is een stabiele schoolomgeving cruciaal. Een deel van de verantwoordelijk ligt ook bij de docent. Hebben ze een toets niet opgeslagen, dan is het hun eigen probleem.’

Bittere pil

Ondanks de hoge eisen die worden gesteld aan de IT-omgeving van het Drenthe College is de afdeling in 4 jaar tijd geslonken van 27 naar 10 man. ‘Het is een transitie die we verwachtten. Er zijn minder vaste werkplekken, we beheren nu één virtuele omgeving, waarin elk type computer past, of het nou een thin cliënt, laptop of gewone PC is. Het traditionele IT-beheer is dus minder aan de orde. Maar het is natuurlijk nog steeds een bittere pil dat sommige mensen moesten vertrekken.’

Niet elke school is zo vooruitstrevend als het Drenthe College, maar voor Heikoop is de investering in een virtuele schoolomgeving en een BYOD-beleid een no-brainer: ‘Als je cloud, virtuele schoolomgevingen en vooral BYOD buiten de deur houdt, dan gaat er teveel geld naar IT en beheer. Uiteindelijk is het een rekensom: doe je het zelf of besteed je het uit. Je moet strategischer gaan denken, want uiteindelijk moet het meeste geld naar het onderwijs zelf gaan.’

Bron:executive-people.nl/